De sociaaleconomische status (SES) staat voor de positie van mensen op de maatschappelijke ladder. Die positie ontstaat uit een combinatie van (1) materiële omstandigheden; (2) vaardigheden, capaciteiten en kennis; en (3) het sociale netwerk en de status en macht van mensen in dat netwerk. SES kan niet op een directe manier gemeten worden. Wel kan SES bij benadering gemeten worden met de indicatoren inkomen, opleidingsniveau en beroepsstatus.
Er bestaan in Nederland aanzienlijke verschillen in gezondheid tussen mensen met een hoge en mensen met een lage SES. Hoogopgeleiden (hbo- of universitaire opleiding afgerond) leven gemiddeld ruim zes jaar langer dan laagopgeleiden (alleen basisonderwijs). De periode dat hoogopgeleiden hun gezondheid als goed ervaren, is zelfs bijna 19 jaar langer dan bij laagopgeleiden.
De minder goede gezondheid van mensen met een lage SES wordt deels veroorzaakt door hun leefstijl en leefomgeving. Ze roken bijvoorbeeld vaker; eten minder vaak groente en fruit; bewegen minder; en wonen vaker in een buurt met weinig groenvoorzieningen en minder veilig verkeer. Een slechtere gezondheid kan echter ook de oorzaak zijn van een lagere SES, bijvoorbeeld doordat de gezondheid het volgen van een opleiding of deelname aan het arbeidsproces in de weg staat.
Het gemiddeld besteedbaar inkomen in 2015 in de gemeente Brummen is €37.500 per jaar per huishouden.
In 2016 heeft 5% van de particuliere huishoudens een inkomen onder de lage inkomensgrens. Dit is minder dan gemiddeld in de regio en in Nederland. Zeven procent van de minderjarige kinderen woont in een huishouden met een laag inkomen. Dit is minder dan gemiddeld in Nederland.
In de gemeente Brummen heeft 12% van de volwassenen moeite met rondkomen. Dit is minder dan gemiddeld in Nederland. Bijna één op de drie volwassenen heeft een laag opleidingsniveau.
Brummen | Midden IJssel-Oost Veluwe | Noord- en Oost-Gelderland | Nederland | |
Gemiddeld besteedbaar inkomen per particulier huishouden1 | €37.500 | €36.700 | €36.400 | €36.200 |
Particuliere huishoudens met laag inkomen2 | 5% | 7% | 7% | 8% |
Minderjarige kinderen in huishouden met laag inkomen2 | 7% | 7% | 7% | 9% |
Volwassenen die moeite hebben met rondkomen3 | 12% | 14% | 13% | 18% |
Laag opgeleide volwassenen3 | 31% | 29% | 32% | 31% |
1 Bron: CBS, 2015 2 Bron: CBS, 2016 3 Bron: Monitor Volwassenen en Ouderen, 2016 Als er een significant verschil (p<0,05) ten opzichte van de gemeente is, dan is dat vet weergegeven. |
In Midden-IJssel/Oost-Veluwe is het aandeel huishoudens met een laag inkomen tussen 2011 en 2013 gestegen en daarna gelijk gebleven. Het aandeel minderjarige kinderen in een huishouden met een laag inkomen is gestegen tussen 2011 en 2014 en daarna ongeveer gelijk gebleven. In de gemeente Brummen stabiliseerde het aandeel minderjarige kinderen in een huishouden met een laag inkomen eerder (in 2012).
In Midden-IJssel/Oost-Veluwe daalde het aandeel volwassenen dat moeite heeft met rondkomen en het aandeel volwassenen met een laag opleidingsniveau tussen 2012 en 2016. Deze trends gelden ook voor de gemeente Brummen.
Vrouwen hebben vaker moeite met rondkomen en zijn vaker laag opgeleid dan mannen.
Volwassenen onder de 50 jaar hebben vaker moeite met rondkomen dan oudere volwassenen. Naarmate de leeftijd toeneemt, neemt het percentage volwassenen met een laag opleidingsniveau toe.
Naarmate het opleidingsniveau toeneemt, hebben minder volwassenen moeite met rondkomen.
Alleenstaanden hebben vaker moeite met rondkomen en zijn vaker laag opgeleid dan samenwonenden.
Het aandeel laag opgeleiden varieert van 33% in de gemeente Zutphen tot 52% in de gemeente Oldebroek. De gemeente Brummen (43%) scoort gemiddeld.
Het aandeel kinderen die wonen in een huishouden met een laag inkomen varieert van 6% in de gemeente Oost Gelre tot 13% in de gemeente Zutphen. De gemeente Brummen (9%) scoort gemiddeld.