De sociaaleconomische positie (SEP) is de positie die iemand inneemt op de maatschappelijke ladder. De sociaaleconomische positie kan op verschillende manieren worden berekend, maar wordt meestal gemeten aan de hand van inkomen, opleiding of beroepsstatus. Tegenwoordig spreken we liever over sociaaleconomische positie dan over sociaaleconomische status (SES). Sociaaleconomische status wekt de indruk dat je sociaaleconomische omstandigheden statisch zijn, terwijl deze natuurlijk kunnen veranderen. De term sociaaleconomische positie doet hier meer recht aan.
De sociaaleconomische positie hangt samen met gezondheid. Met elk stapje hoger op de maatschappelijke ladder, wordt de kans op goede gezondheid groter. De relatie tussen de sociaaleconomische positie en gezondheid kan twee richtingen op gaan. Zo kunnen de omstandigheden binnen de sociaaleconomische positie de oorzaak zijn van (on)gezondheid. Bijvoorbeeld, het leven in armoede en schulden kan leiden tot chronische stress en daarmee ongezondheid. Omgekeerd kan de mate van (on)gezondheid ook invloed hebben op de sociaaleconomische positie. Denk aan een psychische stoornis die het lastiger kan maken om een baan te vinden.
Er bestaan in Nederland aanzienlijke verschillen in gezondheid tussen mensen met een hoge en lage sociaaleconomische positie. Mensen met basisonderwijs of een vmbo-opleiding en een laag inkomen leven 15 jaar minder lang in goede gezondheid dan mensen met een hbo- of universitaire opleiding en een hoog inkomen.
Het gemiddeld besteedbaar inkomen in 2015 in de gemeente Oldebroek is €37.000 euro per jaar per huishouden.
In 2016 heeft 5% van de particuliere huishoudens een inkomen onder de lage inkomensgrens en 5% van de minderjarige kinderen woont in een huishouden met een laag inkomen. Dit is minder dan gemiddeld in de regio en Nederland.
In de gemeente Oldebroek heeft 11% van de volwassenen moeite met rondkomen. Dit is minder dan gemiddeld in Nederland. Twee op de vijf volwassenen hebben een laag opleidingsniveau. In de gemeente Oldebroek is het aandeel laagopgeleiden groter dan in de regio en Nederland.
Oldebroek | Noord-Veluwe | Noord- en Oost-Gelderland | Nederland | |
Gemiddeld besteedbaar inkomen per particulier huishouden1 | €37.000 | €37.600 | €36.400 | €36.200 |
Particuliere huishoudens met laag inkomen2 | 5% | 6% | 7% | 8% |
Minderjarige kinderen in huishouden met laag inkomen2 | 5% | 6% | 7% | 9% |
Volwassenen die moeite hebben met rondkomen3 | 11% | 13% | 13% | 18% |
Laag opgeleide volwassenen3 | 39% | 33% | 32% | 31% |
1 Bron: CBS, 2015 2 Bron: CBS, 2016 3 Bron: Monitor Volwassenen en Ouderen, 2016 Als er een significant verschil (p<0,05) ten opzichte van de gemeente is, dan is dat vet weergegeven. |
In de Noord-Veluwe is het aandeel huishoudens met een laag inkomen en het aandeel minderjarige kinderen in een huishouden met een laag inkomen gestegen tussen 2011 en 2013 en daarna ongeveer gelijk gebleven. In de gemeente Oldebroek is er een licht stijgende trend van het aandeel huishoudens met een laag inkomen. Het aandeel minderjarige kinderen in huishoudens met een laag inkomen is ongeveer gelijk gebleven sinds 2011.
In de Noord-Veluwe daalde het aandeel volwassenen dat moeite heeft met rondkomen en het aandeel volwassenen met een laag opleidingsniveau tussen 2012 en 2016. Voor de gemeente Oldebroek geldt hetzelfde.
Vrouwen zijn vaker laag opgeleid dan mannen.
Volwassenen onder de 65 jaar hebben vaker moeite met rondkomen dan 65-plussers. Naarmate de leeftijd toeneemt, neemt het percentage volwassenen met een laag opleidingsniveau toe.
Naarmate het opleidingsniveau toeneemt, hebben minder volwassenen moeite met rondkomen.
Alleenstaanden hebben vaker moeite met rondkomen en zijn vaker laag opgeleid dan samenwonenden
Het aandeel kinderen dat woont in een huishouden met een laag inkomen varieert van 5% in de gemeente Heerde tot 10% in de gemeente Zutphen. De gemeente Oldebroek (5%) behoort tot de gemeenten die gunstig scoren.
Het aandeel laagopgeleiden varieert van 26% in de gemeente Zutphen tot 42% in de gemeente Montferland. De gemeente Oldebroek (39%) behoort tot de gemeenten met relatief veel laagopgeleiden.